De verschillen tussen de curriculumwerkgroep, opleidingscommissie en werkveldvertegenwoordiging

commissies

Als onderwijsmanager in het hoger onderwijs heb je te maken met verschillende advies- en overlegorganen. Drie daarvan springen eruit: de curriculumwerkgroep, de opleidingscommissie (OC), en de werkveldvertegenwoordiging. Elk van deze groepen speelt een unieke rol in het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Maar wat zijn de belangrijkste verschillen, en hoe werken deze organen samen om jouw onderwijsprogramma toekomstbestendig te maken?

In dit artikel zet ik de verschillen overzichtelijk voor je op een rij, zodat je snel inzicht hebt in wie je waarvoor kunt inzetten.

1. De belangrijkste taak

De focus van elk orgaan verschilt:

  • De curriculumwerkgroep bewaakt de consistentie en samenhang van het onderwijsprogramma, inclusief het toetsprogramma. Deze groep werkt vooral op tactisch niveau en richt zich op de inhoudelijke ontwikkeling van het curriculum.
  • De opleidingscommissie heeft als hoofdtaak om de kwaliteit van het onderwijs te monitoren. Zij adviseren over het lopende onderwijs, denken mee over grote wijzigingen in het programma en geven gevraagd en ongevraagd advies.
  • De werkveldvertegenwoordiging levert waardevolle input over ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Ze adviseren welke kennis en vaardigheden essentieel zijn voor afgestudeerde studenten en zorgen ervoor dat het programma aansluit bij de eisen van het werkveld.

2. Welke onderwerpen staan er op de agenda?

  • Bij de curriculumwerkgroep gaat het vooral over onderwijsontwikkeling. Denk aan vragen zoals: Hoe bouwen we een studeerbaar, doceerbaar en organiseerbaar programma? Ze werken op een abstractieniveau tussen de opleidingsmanager en de docenten, waarbij de opleidingsmanager als opdrachtgever optreedt.
  • De opleidingscommissie monitoort het lopende onderwijs, zoals de Onderwijs- en Examenregeling (OER), curriculumwijzigingen en evaluaties van het onderwijs. Ook eigen speerpunten van de commissie staan op de agenda. Als opleidingsmanager ben je te gast bij de OC.
  • De werkveldvertegenwoordiging richt zich op ontwikkelingen in de beroepspraktijk en de benodigde kennis en vaardigheden voor afgestudeerden. Als opleidingsmanager zet je dit gremium als peer in. 

3. Waar halen ze hun input vandaan?

  • De curriculumwerkgroep baseert zich op verslagen van de opleidingscommissie en werkveldvertegenwoordiging, actuele richtlijnen en standaarden, en resultaten uit evaluaties en visitaties.
  • De opleidingscommissie haalt haar input uit onderwijsevaluaties, contact met de achterban (studenten en docenten), en informatie van de opleidingsmanager.
  • De werkveldvertegenwoordiging brengt inzichten mee vanuit hun eigen werkervaring en bredere contacten in het werkveld.

4. Aan wie brengen ze verslag uit?

  • De curriculumwerkgroep rapporteert aan de opleidingsmanager, met een kopie naar kwaliteitszorg.
  • De opleidingscommissie brengt adviezen uit aan de opleidingsmanager, en soms ook aan kwaliteitszorg of de examencommissie.
  • De werkveldvertegenwoordiging deelt haar adviezen met de opleidingsmanager.

5. Samenstelling van de groepen

  • De curriculumwerkgroep bestaat uit 3-4 docenten (waarvan één ook in de OC zit om overlap te voorkomen), een student, een onderwijscoördinator, en eventueel een onderwijskundige.
  • De opleidingscommissie heeft 8-12 leden, met een gelijke verdeling tussen docenten en studenten.
  • De werkveldvertegenwoordiging wordt gevormd door externe professionals uit de beroepspraktijk.

6. Aandachtsgebieden en tijdlijnen 

Het is belangrijk om als onderwijsmanager helder te hebben wie je waarvoor nodig hebt. Strategische vraagstukken, zoals de visie op flexibilisering of aansluiting op de arbeidsmarkt, stuur je door naar de curriculumwerkgroep. Voor input op lopende zaken of kwaliteit kun je rekenen op de opleidingscommissie. En voor inzichten uit de beroepspraktijk schakel je de werkveldvertegenwoordiging in.

En verder is dit ook handig om te weten:

  • De curriculumwerkgroep komt in principe jaarlijks bijeen, afhankelijk van de geplande wijzigingen in het programma. Deze werkgroep kan bij concrete onderzoeksvragen vanuit de opleidingsmanager tijdelijk vaker bijeen komen om een advies op te stellen.
  • De opleidingscommissie vergadert regelmatig, meestal elke 4 tot 6 weken.
  • De werkveldvertegenwoordiging vergadert één keer per jaar, maar kan tussentijds worden geraadpleegd voor specifieke vragen.

En dan… aan de slag!

Wil je meer weten over hoe je deze groepen optimaal inzet om jouw onderwijsprogramma toekomstbestendig te maken? Bekijk mijn aanbod Meters Maken en ontdek hoe ik jou kan helpen met structuur en strategie in je onderwijsorganisatie.

Lees hieronder hoe we kunnen samenwerken:

Titia Verdenius (1980) helpt betrokken, ambitieuze managers in het mbo en hbo bij het opsporen én oplossen van weeffouten in de onderwijsorganisatie.  Op deze website schrijft ze regelmatig over haar unieke werkwijze, die leidt tot integrale verbetering van het onderwijsproces zonder dat het op een reorganisatie uitdraait. Met haar bedrijfskundige en systemische blik geeft zij je altijd weer zicht op een ander perspectief.    Neem contact op

More to explore...

Mijn systemische blik

Ik heb hier al eerder geschreven over mijn interesse voor en ervaring met systemisch werk. Ook wel bekend als familieopstellingen. Vandaag vertel

Lees verder »