Bij het bouwen en door-ontwikkelen van een opleiding zijn veel partijen betrokken. De opleidingsdirecteur als ‘eigenaar’ en het grote brein van de opleiding. De opleidingscoördinator als vertaler van de inhoud naar uitvoering. De student die door de opleiding heen loopt. En aanpalend: kwaliteitszorg, examencommissie, opleidingscommissie, studieadviseur, et cetera.
Gehoord worden
Allemaal vinden ze er wat van, en dat mogen ze ook binnen hun eigen kaders. Allemaal worden ze als het goed is regelmatig gehoord, en deze hele dynamiek maakt dat de opleiding zich blijft ontwikkelen.
Geen nieuws toch? Nee, op zich niet. Alleen wat ik steeds meer begin te beseffen is dat die opleiding zélf op een ander niveau over het hoofd wordt gezien, alle aandacht ten spijt.
Wie of wat zien we over het hoofd?
Vergelijk het maar met een kind wiens ouders samen voortdurend overleggen (ruziën?) over wat er met het kind moet gebeuren en hoe ze dat zouden moeten aanvliegen.
Ik zie dat kind in het midden staan, twee turven hoog, terwijl de ouders druk met elkaar in de weer zijn. Het kind kijkt van de ene ouder naar de andere en denkt: waar hebben ze het toch over? Mag ik ook nog wat zeggen?
Het gesprek aangaan
Ja, mag het kind ook nog wat zeggen? Of mag dat pas als het 12 jaar is? Kun je op elke leeftijd het kind mee laten praten? Wat mij betreft wel, rekening houden met de mate waarin het kind dingen kan overzien. Elk kind is tenslotte een echt mens maar dan in het klein. Net als dat jij en ik een mens zijn, maar dan in het groot. Waarom niet het gesprek aangaan? Misschien hoor je nog eens wat nieuws…
Opleiding
Terug naar die opleiding. Ook die zie ik soms in het midden zitten, zich afvragend waar ‘ze’ allemaal toch over blijven vergaderen.
Misschien heb je er nooit over nagedacht, maar ook die opleiding kun je een stem geven. En dan eens níet via de opleidingsdirecteur of een studentendelegatie, maar echt de opleiding zélf.
Eigen stem geven
Hoe kun je dat doen? Door je de opleiding voor te stellen als een echt mens, met een mening. Het kan helpen om tijdens een vergadering een stoel vrij te houden voor de opleiding. Zodat duidelijk wordt dat die opleiding een op zichzelf staande entiteit is.
Wat je hier in feite doet is een principe uit het systemisch werk toepassen, namelijk dat iedereen recht heeft op een plek in het systeem. Ook de ongeziene entiteiten.
Je eigen plek innemen
Door de opleiding een eigen stoel aan tafel te geven, zelfs als er geen mens is die als representant het woord doet namens de opleiding, neem je de opleiding als het goed is meer mee in het gesprek. ‘Wat wil de opleiding zelf?’ wordt dan een minder abstracte vraag.
Deze oefening vraagt van alle betrokkenen een zekere bereidheid om iets verder te kijken dan je neus lang is. En het kan handig zijn om er iemand bij te hebben die de groep faciliteert hierin. Dat kan zijn in de vorm van een organisatieopstelling, maar het kan dus ook op een iets kleinere manier zoals deze.
Hoe ziet dit er in de praktijk uit?
Eerder dit jaar deed ik deze oefening ook met een organisatie. Benieuwd? Lees hier verder.
Wil jij ook zo’n gesprek voeren? Neem contact op.