Studentenhoofdstuk? Zo pak je het slim aan! (longread)

Een studentenhoofdstuk is sinds enkele jaren een vast onderdeel van de zelfstudie van elke opleiding in het hoger onderwijs. Waartoe dient het en hoe stroomlijn je de totstandkoming van zo’n hoofdstuk?

Sinds 2017 is medezeggenschap officieel vastgelegd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Dit betekent dat opleidingscommissies meer rechten hebben gekregen, en ook dat studenten zichtbaarder hun visie op de opleiding mogen geven in het accreditatieproces. Voor dit laatste is het studentenhoofdstuk in het leven geroepen.

Als studentenpopulatie heb je hiermee een podium gekregen om aan de visitatiecommissie te vertellen hoe je kijkt naar hoe de opleiding zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Best een belangrijk recht dus!

Procesmanager

Als opleiding wil je graag dat dit hoofdstuk aansluit bij wat je zélf al hebt geschreven, maar belangrijk is ook om te onthouden dat het studentenhoofdstuk een onafhankelijk hoofdstuk is. je mag je er als opleiding eigenlijk niet mee bemoeien. Hoe ga je om met dit knelpunt? Door er een tussenpersoon bij te betrekken.

Meestal de makkelijkste oplossing is om een kwaliteitszorgadviseur in te schakelen. Deze is onafhankelijk van de opleiding, én kan studenten begeleiden om het juiste abstractieniveau te kiezen voor het hoofdstuk. Tevens kan de adviseur in de gaten houden of er geen grote tegenstrijdigheden ontstaan tussen wat de opleiding schrijft en wat de studenten onder de aandacht willen brengen.

Waar moet je op letten om het studentenhoofdstuk goed tot stand te laten komen?

Aandachtspunten

  1. Wijs een betrokken student aan om het schrijfproces te coördineren. Hiervoor kun je vaak terecht bij de studievereniging, waar altijd wel iemand is die zich primair met onderwijs bezig houdt. Een andere mogelijkheid is om een studentlid van de Opleidingscommissie te vragen.

  2. Wellicht een open deur, maar begin met uitleggen binnen welke context dit hoofdstuk tot stand moet komen. Vertel over wat een accreditatie is, waarom het belangrijk is, en wat er allemaal al gaande is (i.e. er wordt al gewerkt aan de zelfstudie door de opleiding, het doel is zus en zo; en over een aantal maanden is er een locatiebezoek waarin er interviews worden gehouden).

  3. Geef een tijdspad. Niet té kort, want je moet studenten wel de tijd geven om zo nodig meerdere overlegrondes (en schrijftijd) te geven. Maar ook niet te lang, want dan heb je kans dat de aandacht verslapt. Zo’n 8-10 weken zou meestal voldoende moeten zijn.

  4. Laat de leider van het groepje een goeie vertegenwoordiging van studenten zoeken: één student uit elke jaarlaag, een langstudeerder, iemand die net klaar is, evt. een internationale student, en wijs hem/haar er ook op dat het zowel de actieve student als de wat luiere student in de groep heeft.

  5. Deel het schrijfproces op in fases: om te beginnen laat je studenten zelf inventariseren waar ze het over willen hebben. Veel instellingen hebben inmiddels wel een schrijfwijzer, en je kan ook wat voorbeelden van eerdere studentenhoofdstukken meegeven. Deel dit met het groepje.

De studenten kunnen hun top-of-mind onderwerpen meteen al uitwerken in een conceptversie. Deze versie wordt gelezen door de kwaliteitszorgadviseur, die let op schrijfstijl, detailniveau en structuur.

Na deze ronde geef je de sterkte-zwakte-analyses uit de zelfstudie mee, zodat men kan lezen wat de opleiding zelf belangrijk vindt. De studenten kunnen nu bekijken of ze hun onderwerpen nog wat willen aanscherpen, en tevens verwerken ze de feedback uit de eerste ronde.

Deze versie wordt nog een laatste keer gecheckt door Kwaliteitszorg, waarna het hoofdstuk definitief opgeleverd kan worden.

Vormvrij 

Hierboven wordt uitgegaan van een geschreven stuk. Reken daarbij op zo’n 1,5 A4. Het is echter niet verplicht om een geschreven tekst aan te leveren.

Ik heb ook al voorbeelden gezien van video-interviews, of van ‘een dag uit het leven van een student’ van een opleiding waarbij er op drie instellingen in drie verschillende steden colleges gevolgd worden. Voor deze studenten is het OV een belangrijk aspect van de studie-beleving, dus voor de makers van dat ‘hoofdstuk’ was een videodagboek een mooie manier om de studentervaring weer te geven. En studenten van meer creatieve of grafische opleidingen willen misschien wel een beeldende vorm gebruiken.

Belangrijk is dat het studentenhoofdstuk reproduceerbaar is. Dat wil zeggen: opnieuw te bekijken. Een live voorstelling valt daarmee af, maar een video van een voorstelling kan wél.

Tot slot

Het studentenhoofdstuk tot stand laten brengen hoeft niet moeilijk te zijn, maar een goeie voorbereiding scheelt je wel een hoop bijsturing later in het proces (dat van zichzelf al behoorlijk tijdsintensief is…). Zorg dat je deadlines helder communiceert en laat een onafhankelijke collega de studenten begeleiden in het samenstellen van het hoofdstuk.

Kom je in dit hele proces handen tekort en zoek je iemand die tijdelijk hierop kan bijspringen? Wellicht kan ik jullie verder helpen. Neem contact op